- vrolijk
- {{vrolijk}}{{/term}}1 [algemeen] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 gai⇒ joyeux 〈v.: joyeuse〉 〈bijwoord〉 gaiement⇒ joyeusement2 [druk] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 animé♦voorbeelden:1 vrolijk behang • papier peint aux couleurs gaieseen vrolijk leventje leiden • mener joyeuse vievrolijk gestemd zijn • être d'humeur joyeusezich over iets vrolijk maken • s'amuser de qc.〈ironisch〉 vrolijk worden • avoir le vin gaivrolijk zingen • chanter gaiementeven (zo) vrolijk • comme si de rien n'était2 een vrolijke straat • une rue animée
Deens-Russisch woordenboek. 2015.